Adressen en huisnummers
In 1849 werd door de Gemeentewet bepaald, dat alle gemeenten
in Nederland een bevolkingsboekhouding moesten bijhouden (wie woont waar
wanneer). Bij Koninklijk Besluit van 22 december 1849 werd bepaald, dat het
bevolkingsregister vanaf 1850 verplicht werd gesteld. Tot 1851 is men
afhankelijk van documenten, zoals geboorte- en overlijdensakte, om globaal te
weten te komen waar men woonde. Amsterdam was verdeeld in 50 buurten. Een buurt
omvatten meerdere straten. De huizen werden per buurt doorlopend genummerd en
niet per straat. Hierdoor is het mogelijk, dat in een korte straat toch hoge
huisnummers voorkomen. Dit houdt in, dat de huisnummers in de periode 1851-1874
niet de huisnummers zoals die nu nog gebruikt worden. In 1875 werden alle huizen
gelukkig nog een keer omgenummerd, en vanaf die tijd zijn de huisnummers
grotendeels ongewijzigd gebleven en komen overeen met de huidige huisnummers.